Jester start haar programma met de groepstentoonstelling Charming for the Revolution*, waarin thema’s worden geïntroduceerd die onderdeel zijn van de kern van Jester’s programma en identiteit. De tentoonstelling maakt deel uit van een langere traject met kunstenaars Carly Rose Bedford, Toon Fibbe en Pauline Boudry & Renate Lorenz – wiens werk werd geproduceerd voor of aangepast aan de unieke tentoonstellingsruimte van Jester op C-mine.
Charming for the Revolution toont het werk van kunstenaars die keer op keer kiezen om de wereld vanuit een ander perspectief te benaderen en dingen te manipuleren, uit te vergroten of juist te verhullen. De werken gaan in op onze relatie tot arbeid, geschiedenis, economie en het gebruik van materialen.
Naast de tentoonstelling organiseert Jester een aantal evenementen, waaronder een leesgroep, een filmprogramma en een serie lezingen. Meer informatie over het programma volgt binnenkort op de nieuwe website van Jester (komt in februari uit).
*De titel van de tentoonstelling is ontleend aan de film Charming for the Revolution (2009) van Pauline Boudry en Renate Lorenz.
Carly Rose Bedford (hen/hun) werkt vanuit een achtergrond als performer aan werken die met name ingaan op hoe materialen op ons overkomen. De fysieke kanten van materialen
met een specifieke connotatie die als normaal of algemeen wordt opgevat, neemt hen als uitgangspunt om te kijken hoe deze een andere betekenis kunnen krijgen en daarmee een
alternatief verhaal vertellen, opnieuw verleiden en de toeschouwer op een verkeerd been zetten. Het verleiden van het oog staat in schril contrast met de meer kritische politieke lagen die in het werk verborgen liggen. Bedford wijkt graaf af van een normatieve representatie en creëert alternatieve relaties die we met de mens, de natuur en de zaken rondom ons kunnen hebben en voortbrengen.
Carly Rose Bedford studeerde af aan het Sandberg instituut, Amsterdam. In 2019 won Carly Rose de MK Awards, de jaren erna volgde verschillende solopresentaties waaronder Utopian Redux (2020) in TENT Rotterdam.
Pauline Boudry en Renate Lorenz werken sinds 2007 samen vanuit Berlijn. Ze maken installaties die de spanning navigeren tussen zichtbaarheid en ondoorzichtigheid.
Hun films leggen performances vast die zich afspelen voor de camera, vaak beginnend met een lied, een foto, een film of een partituur uit het nabije verleden. Ze verstoren normatieve historische verhalen en conventies van toeschouwerschap, terwijl figuren en acties door de tijd heen worden geënsceneerd, gelaagd en opnieuw verbeeld. Hun performers zijn choreografen, kunstenaars en muzikanten, met wie ze een langdurig gesprek voeren over de condities van performance, de gewelddadige geschiedenis van zichtbaarheid, de pathologisering van lichamen maar ook over kameraadschap, glamour en verzet. Hun sculpturen en objecten verwijzen vaak naar de potentie van performance, waarbij ze materialen gebruiken die aansluiten op rekwisieten, podia, kostuums, microfoons, pruiken of dansvloeren.
Onlangs hebben ze hun werk getoond in het Crystal Palace – Museo Reina Sofia Madrid, Whitechapel Gallery, Londen, Hammer Museum Los Angeles, Seoul Museum of Art, Centre Pompidou Parijs. Recente solotentoonstellingen zijn CA2M Madrid, 2022, Kunstraum Innsbruck, (2021), Frac Rennes (2021), NBK Berlin (2020), Swiss Pavillon, 58th Biennale di Venezia (2019), Julia Stoschek Collection Berlin (2019).
(tekst boudry & lorenz)
Toon Fibbe zet performance, video, mode, installatie, tekst en sculptuur in om beter grip te krijgen op de schimmige wereld van finance en economie. Hierbij vormt het creëren van personages en karakters de drijvende kracht achter de productie van objecten, films en installaties. Juist door te denken vanuit personages wordt het mogelijk om de abstracties van de financiële wereld om te zetten in onverwacht theatrale werken waarin extravagante beurshandelaren wankelen op hoge hakken en finance zichtbaar wordt gemaakt door pratende sculpturen, body horror en lichamelijke en soms letterlijk druipende beelden. Fibbe houdt zich bezig met lichamelijke en spookachtige metaforen die worden gebruikt om economische processen te begrijpen – zowel nu als door de geschiedenis heen. Zijn werk vertrekt vanuit het idee dat politieke economie altijd al affiniteit heeft gehad met het spookachtige – zichtbaar bijvoorbeeld in een metafoor als de onzichtbare hand van Adam Smith of in het schrijven van Marx, maar ook in de gothic fiction van de 19e eeuw.
Toon Fibbe studeerde af aan Piet Zwart Institute en deed een postgraduate aan de Jan van Eyck. Werk werd o.a. getoond bij Wiels, Kunsthuis Syb, M HKA, Nieuwe Vide, M Leuven, en Kunstfort Vijfhuizen.
Met steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Genk en de leden van Jester.
Markeer de finnisage alvast in jouw agenda: zondag 11.12.22
Met veel trots presenteren we dit najaar een nieuw monumentaal werk in Droomland, de solotentoonstelling van Marie Zolamian (°1975, LB). Zolamian’s werk begeeft zich op de grens tussen herkenbare kleurrijke taferelen, kunsthistorische verwijzingen en een als déjà vu aanvoelende dromerige wereld, waar mysterieuze silhouetten en creaturen tevoorschijn komen. Als een fictieve etnoloog houdt Zolamian een beeldendagboek bij, gevoed door dagdromen, getuigenissen, de geschiedenis of culturele gebruiken verbonden aan de plek van waaruit ze observeert.
Ter voorbereiding van haar presentatie bij Jester, verbleef de kunstenares bij het Emile Van Dorenmuseum, waar ze ondergedompeld werd in de traditie van de Genkse landschapsschilderkunst. Hier trok ‘Bezoekt droomland Genk’, een slogan afkomstig uit een oude toeristische advertentie haar aandacht. Bedolven onder het recente mijn- en industrieverleden van de stad zou men haast vergeten dat Genk eind 19e en begin 20ste eeuw bekend stond als ‘station d’artistes’, waar de uitgestrekte natuur en het rustieke leven tot de verbeelding sprak en het bezoekers, in het bijzonder kunstenaars, uit binnen en buitenland trok. Tot de dag van vandaag kent deze post-industriële regio een enorme biodiversiteit in en rond de diverse beschermde natuurgebieden. Voor Zolamian is de natuur denkbeeldig. Haar picturale voorwendsel viert diversiteit en kruising, die voor haar een pretext vormen om te schilderen.
Voor Droomland eigent de kunstenares zich Jester’s tentoonstellingsruimte toe. Waar in het atelier kleinere canvassen een vertrouwd startpunt zijn, werkt Zolamian in de weken voor de opening in situ aan een monumentale creatie. Laag na laag zal er een landschap worden gevormd bewoond door diverse figuren en bestaand werk wordt geïntegreerd. Het spel van camouflage, toenadering en afstoten in dit grootschalige werk geeft – ondanks de schaalgrootte, een intieme inkijk in het mysterieuze universum van Marie Zolamian’s oeuvre.
PRAKTISCHE INFO:
Op zaterdag 10 september opent de tentoonstelling tussen 15:00 en 19:00 uur. U vindt ons op de 1ste verdieping van het C-mine energiegebouw. Droomland is nog te bezichtigen op alle dagen van de week (buiten maandag) tot en met 11 december 2022, telkens van 10:00 tot 17:00. 7:00.
Related Projects
Rondleiding: zondag, 07.08,
16:00 uur
Het werk van Alexis Gautier onderzoekt de relaties die naar voren komen in culturele transacties, samenwerkingen en het creëren van verhalen. Vaak gemaakt samen met andere individuen, creëert zijn werk een ruimte voor uitwisselingen en toe-eigeningen, ontdekkingen en misverstanden. Gautier documenteert zijn onderzoek en interventies door middel van textiel, sculpturen, video’s, verhalen en tekeningen. FLACC/CIAP nodigt de kunstenaars uit om zijn onderzoek voort te zetten tijdens zijn residentie in Genk, die in mei 2022 zal culmineren in een solotentoonstelling.
Rondleiding, zondag 07.08, 16:00 uur
Tijdens de finissage van Riding High in the Reading Saddle vindt een rondleiding door de tentoonstelling plaats. Jester’s artistiek directeur Orlando Maaike Gouwenberg zal je gids zijn door het werk van Alexis Gautier en de unieke binnen- en buitenruimtes op de C-mine-site. Het startpunt is het bezoekersonthaal van C-mine.
Alexis Gautier (FR) is op het moment resident bij WIELS (Brussels) en een geaffilieerd onderzoeker in de kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Hij studeerde aan Städelschule in Frankfurt am Main (DE) en KASK in Antwerpen (BE). Hij had solotentoonstellingen bij Museum M Leuven (2021), ISLAND (Brussels, 2020), Basis (Frankfurt Am Main, 2019), Blue Mountain School (London, 2018) en BOZAR (Brussels, 2017). Hij kreeg de Günther-Peill Stiftung Award (Düren, DE) en wordt ondersteund door the Fondation des Artistes (Paris, FR) en De Vlaamse Gemeenschap
U kunt de werken van de 2de troop tot 1 mei bezichtigen in de C-mine compressoren hal.
Met het werk van mountaincutters (FR), Angyvir Padilla (VZ) en Daniel Steegmann Mangrané (ES), verdiept Three Tropes for Entropy zich in drie verschillende artistieke praktijken door hun unieke benaderingen van begrippen als flux, energie en transformatie te doorgronden.
Laila Melchior en Koi Persyn – laureaten van de tweede editie van de Lichen Curatorial Prize – presenteren een transformatieve tentoonstelling die drie artistieke praktijken en methodologieën verbindt met de unieke setting van de voormalige steenkoolmijn van Winterslag. Deze site, die ongeveer een eeuw lang een industrieel complex voor de exploitatie van steenkool heeft gehuisvest, belichaamt de capaciteit om energiebronnen op te wekken en te verwerken, niet alleen door zijn geschiedenis, maar ook door zijn recente transformatie tot een creatieve hub.
‘Troop’ en ‘entropie’ wortelen in hetzelfde Oudgriekse woord τροπή, en evoceren het idee van wending en transmutatie. Tropen zijn literaire motieven die gebruik maken van figuratieve vormen van taal om de tastbaarheid van betekenis te verbreden en associatieve percepties te stimuleren. Entropie is een term die in de huidige tijd aan belang heeft gewonnen. Het is een wetenschappelijk begrip dat voortkomt uit de thermodynamica en duidt op een proces van transmissie binnen een gesloten circuit.
Parallel met en geïnspireerd door deze poëtische noties en wetenschappelijke ervaringen van transformatie, zal de tentoonstelling tijdens de duratie veranderen en uitbreiden. Three Tropes for Entropy opent met gesloten clusters die focussen op elke praktijk en zal evolueren naar een meer vermengde verspreiding van partikels. Deze transformatie wordt gemarkeerd door drie geactiveerde momenten, of hoofdstukken – door het curatorenduo aangeduid als de ‘tropen’ van de tentoonstelling:
risquer sa mutation :
programme d’une pensée sans domaine
05.02 – 03.04.2022
Ella es su espejo incendiado, su espera en hogueras frías.
05.03 – 01.05.2022
Eu era gases puro, ar, espaço vazio, tempo.
01.05.2022 – …
Deze geleidelijke veranderingen maken interacties mogelijk tussen de werken zelf en de ruimte, waarbij intensiteiten worden gemoduleerd om de veranderlijkheid zichtbaar te maken die circuleert binnen de mechanismen van de praktijken.
Het filmprogramma
Drie films gepresenteerd tijdens het openingsweekend van Three Tropes for Entropy zijn hieronder te bekijken. De filmvertoning maakte deel uit van risquer sa mutatie: programma d’une pensée sans domaine, de eerste trope van de tentoonstelling.
De kunstenaars
mountaincutters (FR, °1990) is een hybride identiteit, levend en werkend in Brussel. Hun duo-praktijk bestaat voornamelijk uit site-specifieke sculpturen die een dialoog aangaan met de ruimte waarin ze worden tentoongesteld. Aan de hand van poëtische teksten en analoge foto’s vinden mountaincutters vaak historische en/of materiële aanknopingspunten die de basis vormen van hun sculpturale installaties. Deze constellaties van glazen, keramische, koperen en metalen objecten zijn in voortdurende flux en vormen een gesloten circuit tussen de verschillende entiteiten. De in-situ werken balanceren op de drempel van inactief en dynamisch, aanwezig en onzichtbaar, ruw en verfijnd. Als een echo van deze verwarde identiteit voegen de installaties een esthetische onzekerheid toe, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan vergankelijke situaties en onafgewerkte vormen voor schijnbaar toevallige composities. mountaincutters verenigt fenomenen die als onverenigbaar worden beschouwd in één coherent volume, waardoor de grenzen van het sculpturale in conflict worden gebracht.
Angyvir Padilla (VZ, °1987) woont en werkt in Brussel. In haar praktijk nodigt ze de toeschouwer uit om de plaatsen waar we wonen van naderbij te bekijken door te onderzoeken hoe we herinneringen belichamen. Padilla stelt dat de sporen van ons verleden doorsijpelen in een aanwezig heden. Haar immersieve installaties distilleren het concept van ‘thuis’ als een intieme, afgezonderde plaats en relateren dit begrip aan mens en natuur. Padilla’s praktijk verkent de discrepanties en intervallen tussen identiteit, materiaal en ruimte. Haar werk draait om het gevoel van anders-zijn dat men ontmoet zodra de aanwezigheid een dialoog aangaat. Angyvir Padilla werkt vaak met het presenteren van objecten en het verwerken van materialen in relatie tot de ruimtelijke omgeving om zo een emotionele band met de toeschouwer aan te gaan.
Daniel Steegmann Mangrané (ES, °1977) woont en werkt in Rio de Janeiro. Zijn onderzoek bestaat uit subtiele maar ruwe experimenten die de relatie tussen taal en de wereld in vraag stellen. Hoewel voornamelijk conceptueel, spreken zijn installaties tot de verbeelding van de toeschouwer en vertonen ze een sterke bezorgdheid over het bestaan van alles wat we zien, maar vooral over alles wat we niet zien. Mangrané’s werk zoekt vaak de grens op tussen natuur en kunstmatigheid. Lijnen, cirkels en ruitjes worden getekend, uitgesneden en geprojecteerd op bladeren; de delicate symmetrie van takken wordt in tweeën gesplitst. Deze precieze ingrepen hebben een sterke aantrekkingskracht: een moment van onzekerheid tussen wat kunstmatig is en wat natuurlijk. In elk van de ingewikkelde composities van Steegmann Mangrané ervaren we dat het organische en het geometrische, het vitale en het abstracte elkaar niet uitsluiten, maar elkaar juist definiëren.
De curatoren
Laila Melchior is een onafhankelijke curator en onderzoeker op het gebied van hedendaagse kunst en audiovisuele esthetiek. Ze behaalde een master in Communicatie en Cultuur aan de UFRJ (BR) en een postgraduaat Curatorial Studies aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK). Laila Melchior werkt aan projecten die een affiniteit met kunst, film en theorie hebben en zoekt manieren om perspectieven van het Zuiden hierin te integreren. Als curator werkt ze samen met kunstinstellingen en publiceert en presenteert ze academisch werk. Vroeger was ze assistent-professor aan de bachelor Cinema & Digitale media aan het IESB (BR). Enkele van haar recente projecten zijn de tentoonstellingen: Trojan Horse Behind Glass; Time, Times. Half a Time; en The Ghost Library. Ze is medeoprichter en deel van het curatorisch bestuur van Aventuras do Pensamento, een serie ontmoetingen tussen kinderen en enkele van de grootse Braziliaanse denkers, wetenschappers en kunstenaars die sinds 2016 prangende kwesties in de politiek, innovatie en het creatieve landschap van Brazilië aankaarten. Hiernaast ontwikkelt en coördineert Laila Melchior het Young Curators Programme voor het Belgisch Paviljoen in Venetië.
Koi Persyn is curator en beeldend kunstenaar, momenteel woont en werkt hij in Brussel. Hij behaalde een master in Vrije Beeldende Kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK), waar hij nadien ook zijn postgraduaat in Curatorial Studies afrondde. Tijdens zijn studies was hij oprichter en co-curator van STOCK, een driejarig durend residentieprogramma in Het Paviljoen, Gent. In zijn artistieke en curatorische praktijk onderzoekt hij begrippen als auteurschap en collectiviteit, waarbij hij experimenteert met tentoonstellingsformats op onconventionele locaties. Zijn curatoriële projecten focussen zich op procesmatige, experimentele en interdisciplinaire praktijken via openlucht, collaboratieve en site gebonden tentoonstellingen en residentieprogramma’s. Koi Persyn nam deel aan het uitwisselingsprogramma van BIDAI College of Arts in Kanazawa (JP) en werkte in het kader van het Young Curators Program als mediator voor het Belgische Paviljoen op de 58ste Biënnale van Venetië. Koi Persyn co-cureerde Publiek Park, een openlucht groepstentoonstelling in het Citadelpark van Gent, als onderdeel van zijn activiteiten in het kader van de Young Friends v/h S.M.A.K. Momenteel ontwikkelt Persyn als gastcurator het jaarprogramma van Komplot in Brussel.
Lichen is een prijs voor opkomende curatoren, in het leven geroepen door CIAP platform voor hedendaagse kunst en het departement Curatorial Studies van KASK School of Arts om curatorieel experiment in België aan te moedigen en te ondersteunen. Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Genk, en de CIAP-leden.
Related Projects
Het oeuvre van Marianne Berenhaut, dat meer dan vijf decennia beslaat en nog steeds groeiende is, laat zich moeilijk samenvatten. Het kan niet uitgelegd of volledig begrepen worden; het moet gezien, ervaren en tot op het bot gevoeld worden. De tentoonstelling in CIAP en C-mine presenteert een subjectieve keuze uit dit rijke oeuvre. Sculpturen, installaties en collages gemaakt van objecten gevonden in de directe omgeving van de kunstenaar worden vergezeld van een selectie archiefmateriaal, waaronder niet eerder vertoond filmmateriaal en nieuwe documenten. Hoewel de werken soms jaren van elkaar gemaakt werden, ontstaat er dialoog door ze naast elkaar te plaatsen in deze tentoonstelling. Zo onthullen ze hun blijvende relevantie. Als titel voor deze tentoonstelling werd gekozen voor de Franse uitdrukking ‘mine de rien’. Die beschrijft iemand die nonchalant doet, “alsof er niets aan de hand is”. Dat is ook wat Mariannes werk doet. Verborgen achter de façade van alledaagse objecten vinden we herinneringen en verhalen waar we ons allemaal mee kunnen identificeren, maar ook ervaringen die hoogst individueel zijn en die op een bepaald niveau ontoegankelijk blijven.
De zeer aanwezige en symbolisch geladen architectuur van de voormalige mijn van Winterslag leent zich uitstekend als decor om specifieke facetten van Mariannes praktijk te belichten. Nu is dit een creatieve site, maar ooit was dit het hart van de mijnindustrie en een zwaartepunt van de cité, die nieuwkomers naar Genk lokte. Er is geen betere context om na te denken over onderwerpen als zorg, arbeid, trauma en genezing, onderwerpen die op min of meer directe manier allemaal naar boven komen in dit oeuvre.
PRAKTISCH
De tickets voor deze tentoonstelling zijn nu te koop via de website van C-mine. Een ticket voor de tentoonstelling van Marianne Berenhaut verleent ook toegang tot de expositie van Nalini Malani.
VOLG DEZE LINK om je ticket te reserveren.
RONDLEIDINGEN
CIAP organiseert drie rondleidingen met het curatorieel team. De curatoren onthullen enkele anekdotes bij de werken en delen hun eigen ervaringen met het oeuvre van Marianne Berenhaut. Deelnemen aan een rondleiding is inbegrepen in je expoticket. Registreer je via onderstaande link, maar vergeet niet om ook een ticket aan te kopen voor de tentoonstelling op dezelfde datum. Het aantal plaatsen is beperkt.
Deze tentoonstelling is een samenwerking tussen CIAP en C-mine. Met de welwillende steun van de Vlaamse Gemeenschap, de stad Genk en CIAP-leden.
Bio
Marianne Berenhaut (1934, BE) woont en werkt in Brussel en Londen. Ze studeerde beeldende kunst aan de Académie du Midi en het Atelier de Moeschal (1960-64). Haar werk werd tentoongesteld in diverse solo-expo’s, in La Maison des Femmes (Brussel), het Joods Museum van België (Brussel), MAC’s (Grand Hornu), Isy Brachot Gallery (Brussel), Nadja Vilenne Gallery (Luik) en Island (Brussel). Ze nam deel aan meerdere groepstentoonstelling, onder andere in Maison Grégoire (Brussel), Gladstone Gallery (Brussel), Bureau des réalités (Brussel) en Carl Freedman Gallery (Margate, VK). Ze wordt vertegenwoordigd door Dvir Gallery (Brussel/Tel Aviv).
Een digitale versie van de publicatie geproduceerd ter gelegenheid van de tentoonstelling is hier te downloaden
De artistieke praktijk van Marina Sula omvat fotografie, beeldhouwkunst en installatie. Ze eigent zich elementen uit de industrie-, design- en reclamewereld toe en construeert daardoor uiterst gecontroleerde maar tegelijkertijd meerduidige omgevingen. Haar aandacht wordt getrokken naar objecten en plaatsen zoals wachtkamers, kantoren en luchthavens, die op de grens snijden tussen origineel en generisch, individueel en collectief, privé en publiek. Door de overtuigende, formele taal van industrie en reclame te vermengen met meer intieme registers, brengt haar werk een soortgelijk gevoel van ambiguïteit over.
Tervoorbereiding van de tentoonstelling, verzamelde de kunstenares een uitgebreid archief bestaande uit ‘poor images’ (povere beelden), ofwel gefotografeerd met haar telefoon ofwel rechtstreeks van het internet geplukt. Ze delen allemaal een soort hyperrealistische, versterkte algemeenheid die kenmerkend is voor stockbeeldmateriaal of advertenties. Deze beelden zijn vervolgens gemanipuleerd en getransformeerd met behulp van zowel digitale reproductietechnieken als handmatige bewerkingen en ze krijgen een fysieke aanwezigheid, ingesloten in plexiglas of ingebed in stalen banken. In de bijna 10 meter hoge voormalige industriële hal zijn de werken rechtstreeks op de vloer geplaatst en leiden ze de kijkers zachtjes door de lagen van spiegelende oppervlakken en gedeconstrueerde beelden.
Bio:
Marina Sula (1991, Lezhe, Albanië) woont en werkt in Wenen. Ze studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Wenen en fotografie aan de Weense Academie voor Schone Kunsten. Momenteel is Sula artist-in-residence bij Cité Internationale des Arts, Parijs. Haar werk was te zien in volgende solotentoonstellingen: I’m Sorry, I can’t, don’t hate me in Gabriele Senn Gallery, Wenen (2019); Warten bij Viennacont Contemporary (2019); After Solitude aan de Academie voor Schone Kunsten, Wenen (2018); Hoe is het .. bij Kunstverein Kevin Space, Wenen (2016); en groepstentoonstellingen in: Galerie der Stadt Schwaz (2021); National Gallery, Prishtina (2021); GAM Fondazione Musei, Turijn (2020); PCP Gallery, Parijs (2020); Kunstverein Kevin Space, Wenen (2020); Nir Altmann, München (2020); Kunstforum, Wenen (2020), Belvedere 21 – Museum voor hedendaagse kunst, Wenen (2019); Croy Nielsen, Wenen (2018).
Met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, de stad Genk, de leden van CIAP en het Bundesministerium für Kunst, Kultur, öffentlichen Dienst und Sport in Oostenrijk.
Le Paysage Ménagé is het langdurige onderzoeksproject van Ciel Grommen en Maximiliaan Royakkers, ontwikkeld in samenwerking met CIAP en FLACC – werkplaats voor beeldende kunstenaars. Het is een open uitnodiging tot het verbeelden van manieren om in het landschap te zijn en er verbintenissen mee aan te gaan. Door het complexe, post-industriële landschap van Winterslag als een startpunt te nemen beoogt het project een serie ruimtelijke ingrepen, of meubilair, die kunnen fungeren als zowel een letterlijk als figuratief platform voor dialoog.
Het bemeubelen van een landschap betekent iets tijdelijks en flexibels creëren, een standpunt innemen zonder een vlag neer te planten of territorium op te eisen. Het eerste stuk dat de C-mine site bemeubeld is een tijdelijk, bakstenen platform – een unieke ontmoetingsplaats waar overdag maaltijden en verhalen worden gedeeld en ‘s nachts planten en dieren het decor terug overnemen. Geïnspireerd op het Chinese ‘kang bed’ en de Russische ‘pechka kachel’, kan het platform van binnenuit worden verhit waardoor het warmte en gastvrijheid uitstraalt.
Het gebruikte materiaal voor de uitvoering van het platform vindt zijn oorsprong in de plaatselijke geschiedenis. Als enige mijn site in Genk opereerde Winterslag bovendien als een steenbakkerij, waar de overschotten van het mijn ontginningsproces getransformeerd werden in bouwmateriaal voor de snel groeiende cités. Tot op de dag van vandaag sieren de karakteristieke zwartgeblakerde bakstenen genaamd Winterslagse duivels vele gevels doorheen de wijk.
Met de steun van vele gepassioneerde experts en amateurs, hebben Grommen en Royakkers een parallelle baksteen vervaardigingstechniek ontwikkelt, door het gebruiken van de zogenaamde ‘mijnsteen’ – een mix van zand, klei en water, aanwezig in de grond en officieel beschouwd als ‘afvalmateriaal’. Deze bakstenen zijn handgevormd, gedroogd aan de lucht en gebakken op de site, in een tijdelijke veldoven. Voor iedere bakcyclus wordt deze ongecompliceerde oven opnieuw gemonteerd en uit elkaar gehaald.
Elke stap van dit trage productieproces vindt plaats in de publieke ruimte. De bakmomenten worden zo een mogelijkheid om te experimenteren, kennis uit te wisselen en conversaties aan te gaan over het lokale landschap met de bezoekers, omwonenden, mede kunstenaars en toevallige passanten.
We nodigen je uit het project online te volgen, via onze sociale media en onze website of kom langs op C-mine om het proces te volgen. Eind februari, zullen Grommen en Royakkers een tijdelijke openlucht steenbakkerij inrichten aan de voet van de terril (slakkenberg) grenzend aan C-mine.
De kunstenaars zullen ter plaatse werken tijdens de bakmomenten op de volgende data:
28/03 – 31/03
18/04 – 22/04
07/05 – 11/05
In mei, zullen de bakstenen gebruikt worden om een ligbed te construeren, waarbij de vorm, technieken en materialen geïnspireerd zijn door het samenbrengen van zowel verre als lokale tradities. Op deze manier wordt het multiculturele karakter van Genk weerspiegel. In juni, plannen we een speciale inhuldiging van het platform, met een boeiend publieksprogramma. Meer info hierover volgt binnenkort.
Het project is gerealiseerd in coproductie met FLACC — werkplaats voor beeldende kunstenaars. Met steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Genk en de CIAP-leden. Le Paysage Ménagé is onderdeel van het samenwerkingsverband ELEMENTS waarin hedendaagse kunst- en cultuurinstellingen in Nederlands Limburg, Belgisch-Limburg en Luik programmeren rondom een element verbonden aan de regio.
Related Projects
in samenwerking met Chevalier-Masson, Point Supreme & 51N4E
A Demonstration is een film over monsters zonder monsters. De kunstenaars raakten geïnspireerd door de vroegmoderne categorieën die de Europese wetenschap invoerden om zogenaamde monsters in te delen. Die wetenschappers werden geleid door een empirisch onderzoek; een logica waarin waarheden tot stand komen op basis van visuele analogie. Het word ‘monster’ komt van het Latijnse ‘monstrare’, wat tonen, onthullen of demonstreren betekent. A Demonstration is een poëtische zoektocht naar de grenzen van onze zintuiglijke waarnemingen en de metamorfose van vormen. Daardoor herinterpreteert deze film een historische manier van observeren en brengt deze in contrast met onze hedendaagse blik.
De film wordt voor het eerst in een conventionele tentoonstellingsomgeving gepresenteerd en wordt daar in dialoog gebracht met een scenografische interventie ontworpen door textielontwerpers Chevalier-Masson (Brussel) in samenwerking met architectenbureaus 51N4E (Brussel) en Point Supreme (Athene). Deze tijdelijke driedimensionale structuur, gevestigd in de monumentale machinehal van C-mine, een voormalige mijnsite, wekt een gevoel van ruimtelijke en architectonische destabilisatie op. Net als grotten en follies van maniëristische tuinen, onderzoekt de installatie het vermogen van architectuur om het lichaam te beïnvloeden, te tonen, te verbergen, te leiden én te misleiden.
Bio:
Sasha Litvintseva en Beny Wagner zijn kunstenaars, filmmakers, onderzoekers en schrijvers en startten sinds 2017 een intensieve samenwerking. Met de focus op bewegend beeld als hulpmiddel voor de actieve productie van nieuwe werelden, werd hun praktijk gedreven door vragen over de grenzen tussen het lichaam en zijn omgeving, kennis regimes, macht en manieren om de natuurlijke wereld te organiseren en waar te nemen.
Hun collaboratieve en individuele werk wordt wereldwijd gepresenteerd: Berlinale, Rotterdam, Courtisane, Cinema Du Reel, RIDM, Ann Arbor, Alchemy en Guanajuato filmfestivals, Eye Film Museum, HKW Berlin, ICA London, CAC Vilnius, Museum of Contemporary Art Chicago, Berlinische Galerie, MUMOK Wenen, Sonic Acts, Impakt Festival, Berlin Atonal and the Videobrasil, Moscow Young Art, Wroclaw Media Art, Venice Art en Venice Architecture biënnales.
Wagner is docent beeldende kunst aan de Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam en Litvintseva is docent film aan de Queen Mary University of London.
Met steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Genk, C-mine Cultuurcentrum, en de CIAP-leden.
Gerelateerde projecten
Kunnen we architectuur ontwikkelen die ruimte bewoont, in plaats van ze simpelweg te bezetten? Hoe zet je een spreekwoordelijke voet in het landschap zonder het landschap te vertrappelen? En wat als het reeds vertrappeld is?
Dit zijn slechts enkele van de vele vragen die ons sinds een jaar bezig houden. CIAP bevindt zich namelijk op het kruispunt van meerdere transities; tussen institutionele modellen, infrastructuren en locaties. In de zoektocht naar gepaste antwoorden en naar een manier om CIAP — letterlijk en figuurlijk — een nieuwe thuis te geven, nodigde CIAP Ciel Grommen en Maximiliaan Royakkers uit. Dit duo van kunstenaars-architecten ontwikkelen een site-specifieke praktijk die vertrekt van de transitie van de organisatie en het omliggende postindustriële landschap.
In de zomer van 2019 startten Grommen en Royakkers met een uitgebreid veldwerk op de C-mine site in Winterslag (Genk), waarbij ze de polyfone ritmes van het landschap in kaart brengen om zo interacties tussen het kunstencentrum en het landschap te bedenken. Om de complexiteit van deze omgeving zo goed mogelijk te begrijpen, laat het duo zich bijstaan door verschillende individuen nauw verbonden met deze plek: een herder die er zijn schapen laat grazen; vrachtwagenchauffeurs die de ruimte gebruiken als een tijdelijke rustplek tussen vertrek en aankomst, maar ook botanisten en geologen die wetenschappelijk onderzoek verrichten naar de lokale variëteiten boven én onder de grond. Deze gesprekken brengen een spectrum van ondergewaardeerde praktijken en soorten aan het licht dat het duo inspireert tot een cyclus van ruimtelijke interventies die deze miskende kwaliteiten van het landschap centraal stelt en daarbij rekening houdt met wat er reeds lokaal voorhanden is.
De titel van het project, Le Paysage Ménagé (letterlijk vertaald als het huisgehouden landschap), is een woordspeling op een Franse uitdrukking Un Paysage Aménagé (het geconstrueerde landschap). Door het weglaten van het voorvoegsel ‘-a’ wordt de nadruk verlegd van het kunstmatig aanleggen van een landschap naar het bewonen ervan en bijgevolg het zorgen ervoor.
Le Paysage Ménagé bestaat uit het ontwerp en de realisatie van twee complementaire, fysieke structuren. Deze structuren hebben een dubbele doelmatigheid; ze markeren de aanwezigheid van CIAP als organisatie op de site en tegelijkertijd creëren ze een draaischijf om te experimenteren met allianties tussen de verschillende actoren (organisaties, kunstenaars, bewoners, dieren, planten), regio’s (bestaande openbare gebouwen, mijnterrils, lege kavels) en functies (residentieel, educatief, cultureel en commercieel).
De eerste ruimtelijke interventie wordt met het grote publiek gedeeld in september 2020 en neemt de vorm aan van een keramische bakoven. De oven is opgebouwd volgens het energetisch concept van de batch rocket stove; een vernaculaire en ecologische houtoven waarin temperaturen kunnen gegenereerd worden die voldoende hoog zijn om keramiek te bakken, of zoals historisch ook op de site gebeurde, bakstenen te produceren. Winterslag was namelijk de enige mijnsite in Genk die de overblijfselen van het extractieproces transformeerde in bouwmateriaal. Door de aanwezigheid van een steenbakkerij in de marge van de mijn transformeerde Winterslag van een plek beperkt tot extractie, naar een plek van productie van duurzame materialen. Tot op de dag van vandaag bestaan er nog honderden huizen — voornamelijk in de omliggende tuinwijken — uit deze karakteristieke zwartgeblakerde bakstenen, bekend als de ‘Winterslagse Duivels’.
Met deze geactualiseerde Winterslagse Duivels, zullen Grommen en Royakkers laag per laag hun verwarmde ontmoetingsplek bouwen. Het wordt een plek waar Genkenaren kunnen koken, waar het duo zelf een reeks activiteiten uitrolt, of, in de winter, waar kleine dieren beschutting vinden tegen de barre koude. Le Paysage Ménagé markeert het begin van het nieuwe huis voor CIAP (en later ook FLACC) op C-mine.
Bio:
Ciel Grommen (°1989, Sint-Truiden) en Maximiliaan Royakkers (°1988, Hasselt) zijn een duo van kunstenaars-architecten, wie door hun werk gesitueerd op de drempel van artistiek onderzoek, onderwijs en ruimtelijke ontwerp, bestaande sociale, politieke en ecologische dynamieken bevragen. Grommen en Royakkers nemen vaak complexe sociale contexten en verstoorde landschappen als uitgangspunten voor hun projecten. Als ruimtelijk ontwerpers willen ze nieuwe verhalen verweven in bestaande contexten. Door uitgebreid veldwerk, ruimtelijke interventies en symbolische activiteiten, testen ze alternatieve manieren van in-de-ruimte-zijn. Ciel Grommen volgde haar opleiding architectuur aan de KU Leuven (2012) op met een Master in hedendaagse kunst aan het HEAD in Genève (2015). Haar werken zijn internationaal tentoongesteld, onder meer in Artsonje Art Center, Seoul; Live In Your Head Gallery, Genève; en Z33 in Hasselt. Maar nog vaker verschenen ze in de niet-institutionele context, zoals Petit Chateau, het asielcentrum in Brussel, de brievenbus van haar buurman of de Aldi parkeerplaats in Borgloon. Maximiliaan Royakkers studeerde ook architectuur aan de KU Leuven (2012) en behaalde een master aan de Studio for Immediate Spaces van het Sandberg Institute in Amsterdam (2014). Zijn werk omvat projecten van ontwerp, artistiek onderzoek en onderwijs experimenten. Hij draagt regelmatig bij aan tijdschriften en editoriale projecten. Zijn werken werden al gepresenteerd bij Bureau Europa en Jan Van Eyck Academie, Maastricht; De Singel, Antwerpen; Bozar, Brussel; Z33, Hasselt; en Stroom, Den Haag.
Het project is gerealiseerd in coproductie met FLACC — werkplaats voor beeldende kunstenaars. Met steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Genk en de CIAP-leden.
Gerelateerde projecten
Related Projects
Een groepstentoonstelling met Félicia Atkinson, Ismaïl Bahri, Sina Hensel, Bárbara Prada en Luca Vanello, gecureerd door Lichen Prize-laureaat Lucie Ménard.
Lichen is een prijs voor startende curatoren en is een initiatief van CIAP platform voor hedendaagse kunst en het departement Curatorial Studies aan het KASK School of Arts met als doel curatorieel experiment te ondersteunen en te stimuleren. Lichen werkt met een open call en een jury van deskundigen. De uiteindelijke winnaar krijgt de mogelijkheid om een project bij CIAP te realiseren en krijgt hiervoor zowel financiële, productionele als inhoudelijke ondersteuning.
Dit jaar presenteren CIAP en KASK met trots de groepstentoonstelling Petrichor, samengesteld door de laureaat van de editie van 2019, Lucie Ménard.
Petrichor is de bedwelmende geur die uit de droge grond komt na een regenbui en echoot het schijnbaar vluchtige en sensoriële karakter van de artistieke praktijken in deze tentoonstelling. De tentoonstelling celebreert micro-fenomenen die ons dagelijks leven vormgeven, maar haast onzichtbaar blijven. Om deze alsnog waar te nemen, zijn vertraging en concentratie onmisbare begrippen.
De uitnodiging om te onthaasten en te observeren, mag dan wel onschuldig lijken, ze is vandaag meer dan ooit politiek van aard in het licht van de huidige pandemie. De kunstenaars die curator Lucie Ménard uitnodigde, gaan elk op een eigenzinnige manier op met het gegeven van tijdelijkheid.
De hybride objecten van Luca Vanello (°1986, Trieste) combineren organische met synthetische materialen waarbij de mate van vergankelijkheid van deze materialen, door middel van verschillende technieken, door de kunstenaar werden gemanipuleerd. Het resultaat zijn sculpturen die circulariteit, verval en de kwetsbaarheid van levende organismen centraal stellen.
Ismaïl Bahri (°1978, Tunis) werkt met een elementaire formele woordenschat om kortstondige verschijnselen vast te leggen. Het isoleren van druppelend water wordt op die manier een poëtisch gebaar.
Sina Hensel (°1986, Mainz) en Bárbara Prada (°1990, Lima) verhouden zich elk op idiosyncratische wijze ten opzichte van organische materialen. Hensel deelt haar studio met een grote variëteit aan planten, algen en andere organismen die elk een rol spelen in haar artistieke praktijk. De zorg waarmee Hensel ze onderzoekt, verzorgt en oogst keert terug in haar schilderijen. Deze zijn opgebouwd uit natuurlijke pigmenten en dus afhankelijk van atmosferische omstandigheden en transformerend in de tijd. Prada’s praktijk draait rondom voeding en de verhalen waarmee ze vervlochten zijn. Vergeten recepten en fragmenten lokale kennis vormen haar bouwstenen. Prada doet onderzoek naar de manier waarop voedsel ons kan helpen in contact te treden met ons verleden en tegelijkertijd onze blik op het heden te verfrissen.
De soundscapes van Félicia Atkinson’s (°1981, Paris) zijn assemblages van gesproken tekst en in situ opgenomen geluiden. Ze genereren een specifieke sfeer en begeleiden de luisteraar naar een andere plek. Voor Atkinson vindt het zwaartepunt van de ontmoeting tussen de luisteraar en het werk niet plaats tijdens de confrontatie, maar eerder nadien. We pakken altijd iets mee naar huis, zegt ze, zoals een geheim dat in onze zakken glipt.
Bio:
Lucie Ménard (°1987, Caen) is een onafhankelijke curator gevestigd in Lille (FR). In 2019, studeerde ze af van het internationale postgraduaatsopleiding Curatorial Studies aan KASK School of Arts, Gent. Ze was een co-curator van Weekend at Charlie’s, een tentoonstelling over de collectie van architect Charles Vandenhove en Harbinger: Subtle Collision, een tentoonstelling georganiseerd in samenwerking met art @ CERN in Genève. In de zomer van 2019, tijdens haar verblijf in Kanazawa (Japan), ontwikkelde ze een project om de artistieke scenes van de tweelingsteden Gent en Kanazawa in kaart te brengen. Sinds 2012 werkt ze als hoofd onderwijsprogramma’s bij Le Fresnoy — Studio national des arts contemporains in Tourcoing (Frankrijk). Ze is een van de medeoprichters van mos, een grensoverschrijdend collectief voor curatoriële projecten opgericht in 2020 in Gent met Lieselotte Egtberts, Elisa Maupas en Anna Stoppa.
Het project is gerealiseerd in collaboratie met Curatorial Studies, KASK School of Arts. Met steun van de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Genk en de CIAP-leden.
Gerelateerde projecten
Related Projects